'Van Vluchteling naar Almeerder'; wat werkt?

Projectomschrijving

Vraagstuk

De afgelopen jaren hebben veel gemeenten in Nederland nieuwe initiatieven genomen om de maatschappelijke participatie van vluchtelingen te vergroten. Steeds vaker zetten gemeenten daarbij integrale trajecten in waarbij taal, inburgering en de toeleiding naar werk worden gecombineerd. De gemeente Almere is in 2016 gestart met een nieuwe integrale aanpak voor vluchtelingen. Doel van de aanpak is dat vluchtelingen sneller participeren, aan een opleiding beginnen of betaald werk vinden. Hoe ziet de integrale aanpak van Almere er uit, hoe wordt deze uitgevoerd in de praktijk en wat zijn de belangrijkste uitkomsten? Welke onderdelen van de aanpak werken goed, welke minder?

Onderzoek

In het onderzoek zijn alle vluchtelingen gevolgd die in 2016, 2017 en 2018 in Almere zijn komen wonen en die volgens de integrale aanpak werden begeleid. De activiteiten en trajecten zijn gevolgd waaraan zij deelnamen in het kader van de gemeentelijke begeleiding. Ook zijn hun activiteiten op het gebied van participatie, onderwijs en werk vanaf januari 2016 tot en met mei 2019 bestudeerd. Verder interviewden de onderzoekers beleidsmakers, uitvoerders en vluchtelingen zelf over hun ervaringen met de aanpak. In de eerste fase van het onderzoek is de integrale aanpak beschreven en is een reconstructie gemaakt van de beleidstheorie. Daarna is onderzocht hoe de integrale aanpak in de praktijk wordt uitgevoerd. Vervolgens zijn de resultaten en effecten van de aanpak onderzocht op basis van gegevens uit het programmacaseloadbestand van de gemeente. Ten slotte is een verdiepingsonderzoek gedaan om meer inzicht te krijgen in de werkzame elementen en achterliggende mechanismen van de aanpak.

Uitkomst

Integrale trajecten waarbij inburgering en taalontwikkeling gelijktijdig plaats vinden, leveren tijdwinst op en zorgen voor een beter passende uitstroom naar onderwijs en werk. Een succesvol, kansrijk traject is bijvoorbeeld IB+ (In Beweging Plus), dat in Almere is ontwikkeld. Tijd blijkt een belangrijke factor te zijn: als vluchtelingen langer begeleid worden, wordt de kans op uitstroom groter. Mensen hebben langer de tijd om de taal te leren, deel te nemen aan trajecten en de werkcultuur te leren kennen. Van belang is dat ondersteuning ook geboden blijft worden tijdens werk, stages of vrijwilligerswerk. Er bestaat een spanningsveld tussen de ‘kortste weg naar werk’ enerzijds en maatwerk, duurzame uitstroom en eigen regie en zelfsturing anderzijds. Vanwege de nadruk op snelle uitstroom naar betaald werk is het niet altijd mogelijk individueel maatwerk te bieden dat past bij iemands wensen, competenties en ervaring. Eigen regie en zelfsturing worden ervaren als belangrijke voorwaarden voor duurzame uitstroom naar werk, opleiding en participatie, maar de ontwikkeling daarvan kost tijd en inspanning.

Producten

Deel 1: Reconstructie van beleidstheorie (tussenrapportage)

Deel 2: Procesevaluatie (tussenrapportage)

Deel 3: Eindrapportage

Zie ook

Betrokken organisaties

Gemeente Almere, Bureau Pouwels, Devotus en Universiteit Utrecht.

Producten
Titel: Van vluchteling naar Almeerder. Wat werkt?
Auteur: W. Henderikse en S. Chaban
Titel: Van vluchteling naar Almeerder. Wat werkt?
Auteur: B. Pouwels
Titel: Van vluchteling naar Almeerder. Wat werkt?
Auteur: B. Pouwels en W. Henderikse
Verslagen

Samenvatting van de aanvraag
Evidence based werken is belangrijk voor de gemeente Almere. Daarom wil men inzicht verwerven in de effectiviteit van de nieuwe integrale aanpak voor vluchtelingen. De gemeente heeft samen met VanDoorneHuiskes de onderzoeksopzet uitgewerkt. De gemeente Almere richt zich actief op interventies t.b.v. gelijke kansen en bestrijding van discriminatie, opdat meer mensen uit kwetsbare groepen duurzaam aan werk komen (Einddeclaratie 2016). Sinds 2014 is het aantal vluchtelingen in Almere flink toegenomen. Daarmee vormen vluchtelingen voor de gemeente een belangrijke doelgroep die effectieve ondersteuning behoeft. 18 maanden na verkrijgen van de vergunning heeft 4% van de in Nederland verblijvende vluchtelingen een baan in loondienst; 90% ontvangt een bijstandsuitkering (CBS, 2017).Voor Almere geldt dat in de eerste 5 jaar na vestiging 59% van de meerderjarige vluchtelingen een bijstandsuitkering ontvangt of inkomensondersteuning (van der Meij, 2016). In 2015 adviseert de WRR (Engbersen, 2015) om vanaf het begin van de asielprocedure de integratiedoelstelling een centrale plaats te geven door een geïntegreerde aanpak. Deze aanpak wordt door Almere vernieuwend in praktijk gebracht, waarbij de procesfasen elkaar optimaal aanvullen en in samenhang worden uitgevoerd. Alle activiteiten zijn gericht op realisatie van zo groot mogelijke autonomie: vluchtelingen werken vanuit zelfregie aan verhoging van eigen integratiekansen. Het onderzoek richt zich op de effectiviteit van de aanpak voor vluchtelingen door Almere. We meten het succes af aan de bijdrage aan een versnelde, duurzame participatie van vluchtelingen. Daarbij hanteren we de door ZonMw primaire uitkomstmaat, verkrijgen en behouden van zo regulier mogelijk, betaald werk. Het onderzoek is maatschappelijk relevant omdat het inzicht geeft in effectiviteit van de aanpak, werkzame bestanddelen en wijze waarop effectiviteit vergroot kan worden. Dit levert tools op om arbeidsparticipatie van vluchtelingen in Almere en andere gemeenten te vergroten. Cliënten worden actief in het onderzoek betrokken. Omdat momenteel in Almere geen cliëntenraad is waarin vluchtelingen zijn vertegenwoordigd, formeren we een werkgroep met cliënten uit de doelgroep als ervaringsdeskundigen. Aan deze werkgroep nemen ook klantmanagers deel. Hier bespreken we onderzoeksopzet, uitvoering, vragenlijsten, onderzoeksvoortgang en resultaten. Verder wordt een klankbordgroep met gemeentelijke vertegenwoordigers ingesteld, met het doel ervaringsuitwisseling tussen uitvoerders over werkzame bestanddelen van integrale aanpakken voor vluchtelingen en borging van de overdraagbaarheid van uitkomsten. Voor kennisoverdracht onderscheiden wij 4 groepen met wie we via geëigende kanalen communiceren. De Almeerse uitvoering is de 1e informantengroep en wordt betrokken via de projectcommissiegroep en werkgroep. Gemeenten van AMR Flevoland gebruiken we voor collegiale consultatie. De derde groep zijn gemeenten, met wie we via klankbordgroep gemeenten en een nieuwsbrief communiceren. Onderzoekers die zich bezighouden met de effectiviteit van interventies voor actieve inclusie, betrekken we via collegiale consultatie en een nieuwsbrief. Om de resultaten relevant te laten zijn voor de praktijk, evalueren we niet alleen de effecten van de Almeerse aanpak maar onderzoeken we ook verklaringen voor de werkzaamheid van de aanpak en het al dan niet optreden van verwachte effecten. Daarmee voorkomen we het 'black box' probleem waarbij de effectiviteit van een interventie wordt aangetoond zonder dat duidelijk is wat heeft gewerkt. Onderzoeksopzet: In deel 1 wordt de aanpak van Almere in kaart gebracht en reconstrueren we de beleidstheorie achter de aanpak. Aannames t.a.v. de werkzaamheid van de aanpak worden bestudeerd a.d.h.v. beleidsdocumenten en interviews met beleidsmakers en uitvoerders. Deel 2 betreft een procesevaluatie en praktijktoets. Onderzocht wordt of de interventies in de praktijk zo worden uitgevoerd als bedacht. Ook inventariseren we ervaringen met de implementatie en de aanpak onder zowel uitvoerders als cliënten zelf. Het derde deel is de effectiviteitsmeting, die uiteen valt in een beschrijvende analyse van deelnemers naar interventies en score op de uitkomstmaten met een nul-, tussen- en eindmeting en het vaststellen van de effectiviteit door vergelijking van de score op de uitkomstmaten van de nulmeting met de tussen- en eindmeting. Ook vergelijken we de resultaten met die van twee jaar geleden, toen de integrale aanpak nog niet ingezet was. Tevens wordt verdiepingsonderzoek dmv herhaalde casestudies uitgevoerd: Deel 4 betreft verklarend onderzoek naar werkzame bestanddelen en contextfactoren. In dit deel komen de eerdere uitkomsten samen en onderzoeken we mbv interviews met professionals en vluchtelingen de relevantie van werkzame factoren voor de effectiviteit van de aanpak. Ook werkgevers worden betrokken. De looptijd is twee jaar; elk half jaar wordt gerapporteerd en na afloop worden inzichten verspreid.
Onderwerpen
Kenmerken
Projectnummer:
535005011
Looptijd:
2017
2020
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. B.J. Pouwels PhD
Verantwoordelijke organisatie:
Bureau Pouwels