Verschillende fenotypes van piepen op de kinderleeftijd: een genetische achtergrond
Producten
Auteur: drs. O. Savenije, promotores: prof.dr. D.S. Postma, prof.dr. G.H. Koppelman, copromotor: dr. M. Kerkhof
Link: http://dissertations.ub.rug.nl/faculties/medicine/
Auteur: Savenije OE, Kerkhof M, Koppelman GH, Postma DS.
Magazine: Journal of Allergy and Clinical Immunology
Auteur: Bousquet J, Anto J, Auffray C, Akdis M, Cambon-Thomsen A, Keil T, Haahtela T, Lambrecht BN, Postma DS, et al.
Magazine: Allergy
Auteur: Koning H, Postma DS, Brunekreef B, Duiverman EJ, Smit HA, Thijs C, Penders J, Kerkhof M, Koppelman GH.
Magazine: Pediatric Allergy and Immunology
Auteur: Moffatt MF, Gut IG, Demenais F, Strachan DP, Bouzigon E, Heath S, von Mutius E, Farrall M, Lathrop M, Cookson WO; GABRIEL Consortium.
Magazine: New England Journal of Medicine
Auteur: Artigas MS, Loth DW, Wain LV, Gharib SA, Obeidat M, Tang W, et al.
Magazine: Nature Genetics
Auteur: Postma DS, Kerkhof M, Boezen HM, Koppelman GH.
Magazine: American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine
Auteur: Savenije OE, Kerkhof M, Reijmerink NE, Brunekreef B, de Jongste JC, Smit HA, Wijga AH, Postma DS, Koppelman GH.
Magazine: Journal of Allergy and Clinical Immunology
Auteur: Boudewijn IM, Savenije OE, Koppelman GH, Wijga AH, Smit HA, de Jongste J, Gehring U, Postma DS, Kerkhof M
Magazine: Pediatric Pulmonol
Auteur: Savenije OE, Granell R, Caudri D, Koppelman GH, Smit HA, Wijga A, de Jongste JC, Brunekreef B, Sterne JA, Postma DS, Henderson J, Kerkhof M.
Magazine: Journal of Allergy and Clinical Immunology
Verslagen
Eindverslag
Veel kinderen hebben het luchtwegsymptoom “piepen op de borst”, echter slechts een deel van hen ontwikkelt astma op de kinderleeftijd. Momenteel is het niet goed mogelijk om te voorspellen welk kind astma zal ontwikkelen en welk kind slechts tijdelijke luchtwegsymptomen heeft. In dit Agikoproject hebben we ons ten doel gesteld om het symptoom piepen verder te bestuderen en genetisch onderzoek te doen naar de aanwezigheid van piepen en astma op de kinderleeftijd.
Het onderzoek laat zien dat klinische predictieregels niet kunnen voorspellen of een kind met piepen op de borst astma krijgt. Piepen op de kinderleeftijd is een heterogeen symptoom, dat kan worden onderverdeeld in 5 verschillende vormen, die elk een verschillend risico hebben op de ontwikkeling van astma en allergie.
Ons onderzoek naar de genetische variatie in het gen van de receptor Interleukine-1 Receptor-like 1 (IL1RL1) toont aan dat die variatie geassocieerd is met 1) het eiwitprodukt, het in serum oplosbare IL1RL1-a, 2) eosinofiele ontstekingscellen in het bloed, en 3) aanwezigheid van astma. De ligand voor de receptor, Interleukine-33 (IL33) en signaaleiwitten uit het pathway zijn ook genetisch onderzocht. Verschillende genetische varianten in het IL33-IL1RL1 pathway zijn geassocieerd met piepende fenotypes (beschreven in vorige alinea) en astma. Dit suggereert dat het IL33-IL1RL1 pathway een rol speelt in de ontwikkeling van piepen en astma op de kinderleeftijd.
Tenslotte is de relatie onderzocht tussen longfunctie-waarden van kleinere luchtwegen, bronchiale hyperreactiviteit en het aantal eosinofielen in het bloed in relatie tot de aanwezigheid van astma bij kinderen. Ernstiger bronchiale hyperreactiviteit en meer eosinofielen komen vaker voor bij kinderen met astma, en blijken voorspellers voor de aanwezigheid van astma in de toekomst. Een slechtere longfunctiewaarde van de kleinere luchtwegen en een hoger aantal eosinofielen in het bloed zijn beide geassocieerd met ernstigere hyperreactiviteit. Minder groei van longfunctie van kleinere luchtwegen tussen 8-12 jaar toont een trend voor associatie voor de aanwezigheid van astma op 12 jaar. Dus zowel de longfunctie van kleinere luchtwegen als bronchiale hyperreactiviteit en het aantal eosinofielen in het bloed spelen een rol bij de ontwikkeling van astma, en zullen verder onderzocht moeten worden.
Bovenstaande onderzoeksresultaten geven inzicht in de ontwikkeling van astma in kinderen. Met deze gegevens kan men in de toekomst beter te kunnen inschatten welk kind astma krijgt en welk kind niet, behandeling optimaliseren of zelfs de ontwikkeling van astma voorkomen.