Mobiele menu

Vrouwspecifieke risicofactoren voor hart- en vaatziekten in eerstelijns big data

Vrouwspecifieke risicofactoren voor hart- en vaatziekten in eerstelijns big data

Vraagstuk

Hart- en vaatziekten (HVZ) werden tot voor kort vooral beschouwd als een echte ‘mannenziekten’. Het wordt echter steeds duidelijker dat HVZ juist vaker voorkomen bij vrouwen. Er is toenemend bewijs voor de grote impact van bepaalde risicofactoren voor HVZ die specifiek bij vrouwen een rol spelen, zoals migraine, hoge bloeddruk en suikerziekte tijdens de zwangerschap. Welk aandeel deze factoren precies hebben in de context van traditionele vasculaire risicofactoren is nauwelijks bekend. De factoren worden daardoor vrijwel niet meegenomen in de risicoschatting voor HVZ van huisartsen en er is onvoldoende bewustwording voor.

Onderzoek

Dit onderzoek richt zich op aanvullend onderzoek naar de bijdrage van vrouwspecifieke risicofactoren aan het risico op HVZ. Er wordt voortgebouwd op het lopende ‘Hacking Stroke’ onderzoek naar ontwikkeling en implementatie van software voor vroegherkenning van risico op cardiovasculaire events in de huisartspraktijk.

Verwachte uitkomst

Er wordt meer kennis opgedaan over vrouwspecifieke risicofactoren bij HVZ, wat kan leiden tot veranderingen in programmatische zorg.

Meer informatie

Verslagen


Eindverslag

Hart- en vaatziekten (HVZ) werden tot voor kort vooral beschouwd als een echte ‘mannenziekten’. Het wordt echter steeds duidelijker dat HVZ juist vaker voorkomen bij vrouwen. Dit komt slechts deels door de hogere levensverwachting van vrouwen. Er is namelijk toenemend bewijs voor de grote impact van bepaalde risicofactoren voor HVZ die specifiek bij vrouwen een rol spelen. Voorbeelden van deze zogenoemde vrouwspecifieke risicofactoren voor HVZ zijn migraine, hoge bloeddruk en suikerziekte tijdens de zwangerschap. Veel van deze factoren komen veel voor: ruim 30% van de vrouwen heeft ergens in het leven last van migraine, en hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap komt voor in ongeveer 5% van alle zwangerschappen. De totale bijdrage van alle vrouwspecifieke risicofactoren aan de ontwikkeling van HVZ in vrouwen lijkt dus groot, echter is nauwelijks bekend welk aandeel deze factoren precies hebben in de context van traditionele vasculaire risicofactoren. Het gebrek aan kennis over de bijdrage van vrouwspecifieke risicofactoren aan risico op HVZ is problematisch voor de zorgpraktijk om de volgende redenen. 1) Deze factoren worden nu vrijwel niet meegenomen in de risicoschatting voor HVZ door huisartsen. Dit kan ertoe leiden dat grote groepen vrouwen in Nederland een onopgemerkt een verhoogd HVZ risico hebben. Zo kunnen zij leefstijlinterventies en zelfs statines en/of preventieve medicatie mislopen. Het is dus hoog tijd voor een meer gepersonaliseerde en sekse-specifieke aanpak van preventie van HVZ in de eerste lijn. 2) Er is er nog onvoldoende bewustwording van het belang van vrouwspecifieke risicofactoren. Hoewel kennis van deze factoren onder vasculair specialisten groeit, zijn veel huisartsen en POHs hiervan nog onvoldoende op de hoogte. Dit is een probleem omdat kennis over vrouwspecifieke risicofactoren essentieel is voor effectieve primaire preventie. Ook voor de patiënt is bewustwording van groot belang. Vrouwspecifieke risicofactoren als hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap en migraine zijn weliswaar niet omkeerbaar voor de patiënt, maar de aanwezigheid ervan verhoogt de urgentie voor het aanpassen van een ongezonde leefstijl. Inzicht van de patiënt in het belang van vrouwspecifieke risicofactoren kan dus ook motiverend werken met betrekking tot leefstijlinterventies. Met deze ondersteuning van ZonMw en toegang tot routine zorg ‘big data’ van miljoenen huisartspatiënten zijn we in staat belangrijke vragen te beantwoorden over het belang van vrouwspecifieke risicofactoren ten aanzien van preventie van HVZ.

Kenmerken

Projectnummer:
555003014
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2023
Gerelateerde programma's:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. drs. M.J.H. Wermer
Verantwoordelijke organisatie:
Leiden University Medical Center