Mobiele menu

When is it too expensive?

Projectomschrijving

De zorgkosten stijgen steeds maar door, zo lijkt het. Dit komt onder andere door nieuwe, dure medicijnen en andere medische technologie. Er wordt daarom steeds vaker gekeken naar de doelmatigheid van nieuwe middelen (hoeveel ze kosten versus hoeveel gezondheid ze opleveren). Het idee is dat als een middel meer gezondheid oplevert, het ook meer mag kosten. Maar er is wel een grens. Sommige middelen leveren maar heel weinig gezondheid op, maar zijn wel heel duur. Een belangrijk adviesorgaan van de overheid heeft geopperd dat een gezond levensjaar maximaal 80.000 euro mag kosten. Die grens was niet goed onderbouwd. Zo’n onderbouwing is uiteraard wel heel belangrijk. In deze studie wordt, in een grote steekproef uit de Nederlandse bevolking, onderzocht hoeveel mensen bereid zijn te betalen voor een gezond levensjaar. Dit kan dienen om de moeilijke discussie over dit onderwerp te voeden. Vervolgstudie

Verslagen


Eindverslag

In deze studie is vanuit maatschappelijk perspectief de waarde van gezondheidswinst (uitgedrukt in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren, QALYs) bestudeerd. Daarbij is op twee manieren onderzocht wat die waarde is: via de willingness to pay (WTP) methode en via een discrete choice experiment in de algemene Nederlandse bevolking.

De resultaten geven aan dat mensen de waarde per QALY niet zozeer laten oplopen met de ernst van de aandoening (zoals in het huidige besliskader van het CVZ wel het geval is) maar wel sterk met leeftijd van de ontvanger van zorg (zoals in het huidige besliskader van het CVZ niet het geval is). Deze bevinding werd gevonden in de WTP studie alsook in de DCE studie.

De resultaten geven aanleiding het besliskader nader te bezien.

De uitgaven aan de zorg stijgen sterk. Een belangrijke reden hiervoor is dat er steeds meer mogelijk is. Nieuwe medicijnen en nieuwe apparatuur maakt het mogelijk mensen langer en gezonder te laten leven. Ze kunnen echter ook erg duur zijn. Een belangrijke vraag, die steeds vaker in het nieuws is, is hoeveel extra gezondheid mag kosten. Immers, het zorgbudget is niet oneindig. Heel veel uitgeven voor bepaalde patienten betekent dat er minder overblijft voor andere patienten. Daarom is het belangrijk om te kijken naar wat die nieuwe medische technologie oplevert en wat het kost. De verhouding tussen opbrengsten (gezondheidswinst) en kosten moet redelijk zijn. Maar wanneer is dat het geval? Bijvoorbeeld: een nieuwe pil verlengt het leven bij bepaalde patienten gemiddeld met 1 maand verlengt en kost 100.000 euro kost. Mag een extra maand 100.000 euro kosten? Of is dat teveel?

Heel moeilijke en omstreden vragen, maar wel vragen die steeds vaker op ons afkomen. In dit project wordt getracht de waarde van gezondheid te achterhalen. Dat gebeurt door de bereidheid van mensen om te betalen voor gezondheidswinst te achterhalen. Daarbij wordt ook uitdrukkelijk meegewogen dat mensen gezondheidswinst in sommige groepen (bijvoorbeeld jonge mensen of ernstig zieken) vaak belangrijker vinden dan in andere groepen.

De eindresultaten kunnen het debat over het stellen van grenzen aan de zorg en de zoektocht naar die grens verder informeren.

Samenvatting van de aanvraag

Ultimately, cost-effectiveness ratios need to be judged by relevant policy makers in order to determine whether the costs per QALY of some intervention are deemed acceptable or not. So far, there has been relatively little attention for this final step in the Dutch context, while it is obviously a crucial one in the complete process. Judging such ratios requires knowledge about the appropriate threshold (range). In the Netherlands, a range of values (from 10,000 Euro to 80,000 Euro) has been proposed, but this lacks a sound underpinning. In this study, we will examine the value of QALY gains, as relevant for the Dutch decision making model using a range of thresholds varying with severity of illness. This implies obtaining societal rather than individual valuations. Building on previous experience, we will develop a sound way of employing the willingness to pay (WTP) method to obtain relevant societal valuations of QALY gains. Its validity will be tested within the context of the study as well. The method will be pilot tested and subsequently applied in a large and representative sample of the general public (n=1500) and appropriately analyzed, also considering subgroups. This information can be used directly as an input in the decision making process.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
152002038
Looptijd: 100 %
Looptijd: 100 %
2011
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. W.B.F. Brouwer
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus Universiteit Rotterdam