Mobiele menu

Toeleiding tot de zorg voor vluchtelingen in Nederland: een praktijkproject naar de versterking daarvan en een onderzoek naar nieuwe interventies voor een meer effectieve cultuursensitieve manier van werken

Projectomschrijving

Zolang de Nederlandse samenleving nieuwkomers ontvangt, is de vraag naar de juiste ondersteuning voor nieuwkomers actueel. Regelmatig verschijnt er onderzoek dat het bereik van en de maatschappelijke aansluiting op migrantendoelgroepen te kort schiet. Sinds de komst van nieuwkomers zijn professionals op zoek naar praktijkgerichte oplossingen. Ook in de zorg worden we nog steeds geconfronteerd met terugkerende ‘vragen’. Zo weten we dat patiënten met een migratie-achtergrond vaak zorg mijden. Ze gaan bijvoorbeeld later naar de (huis)arts of komen soms niet op een (vervolg)afspraak. 46% van de ‘migranten-patiënten’ vertoont vermijdingsgedrag in de zorg tegenover 24% van de oorspronkelijk Nederlandse patiënten. Maar we weten ook dat de zorgsector vaak nog twijfelachtig reageert op de noodzaak van een cultuursensitieve arts-patiëntrelatie. Dit ondanks dat er veel onderzoek gedaan is naar het nut van een cultuursensitieve relatie.

Doel

Dit project wil met zorgverleners en zorgvragers een stap vooruit zetten. Voor vragen omtrent de zorg willen we verder kijken dan alleen de arts-patiëntrelatie. Nu focussen we ons vaak op wat niet lukt bij patiënten om bij de zorg aan te sluiten. In dit onderzoek denken we dat het vermogen tot zorgondersteuning misschien wel schuilgaat in de kracht van het netwerk achter de patiënt en achter de hulpverlener.

Multisysteem Therapie (MST)

De manier van werken die dat als uitgangspunt heeft, heet Multisysteem Therapie (MST). Via het MST-model wordt aandacht geschonken aan de sociale omgeving van de hulpvrager en van de zorgverlener. Via deze werkwijze worden vaardigheden en kwaliteiten uit het netwerk van beiden (arts en patiënt) betrokken bij de gevraagde zorg. Het Erasmus MC, één van de samenwerkingspartners in dit project, heeft in Nederland concreet kennis opgedaan met de MST- methode.

In dit praktijkproject wordt gezocht naar de kracht van de sociale netwerken van zorgvrager en zorgverlener. Het project wordt uitgevoerd door een samenwerking van onder meer Sahan, Gezana, Erasmus MC, IZER Rijnmond en de gemeente Rotterdam. Bij het project worden statushouders en eerstelijns zorgverleners betrokken, maar ook een expertgroep van zorgprofessionals met een migratie-achtergrond.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Dat zorg en ondersteuning aan nieuwkomers (statushouders) en oudkomers (voorheen migranten en vluchtelingen) onder druk staat, is niet onbekend. Regelmatig verschijnt er onderzoek, bijvoorbeeld onder Somalische Nederlanders en naar Eritrese statushouders, dat het bereik en de communicatie tussen zorgverleners en patiënten te kort schieten (SCP, 2017 en 2018) (1). Ander onderzoek laat zien dat patiënten met een migratie-achtergrond bovengemiddeld zorg mijden en zo bijvoorbeeld later naar de (huis)arts gaan en vaker niet op een (vervolg)afspraak verschijnen. 46% van de ‘migranten-patiënten’ vertoont dergelijk vermijdingsgedrag tegenover 24% van de oorspronkelijk Nederlandse patiënten (2). Het zoeken naar een betere ondersteuning bestaat al sinds de tijd dat de zorgsector nieuwe doelgroepen opvangt, dus vanaf de jaren ‘70 en ’80 met de komst van arbeidsmigranten naar Nederland. Instellingen als Pharos, Verweij Jonker Instituut en Movisie maken zich al jaren verdienstelijk op dat gebied. Er bestaat ook onderzoek naar een cultuursensitieve ‘zorgverlener-patiënt’ relatie, maar juist nut en noodzaak van die manier van werken blijft in de zorgsector vaak in een sfeer van scepsis steken (3). Het lijkt er op dat de sector vragen omtrent de toeleiding tot de zorg wel kent, maar men niet goed weet hoe daar passende antwoorden op te formuleren. Dit voorstel richt zich daarom op een pragmatische aanpak om die toeleiding tot zorg te verbeteren. In plaats van te focussen op de ‘zorgverlener-patiënt’ relatie alleen, betrekken wij in dit voorstel ook de brede sociale omgeving van beiden daarbij. Daarvoor maken we gebruik van het Multisysteem therapie (MST) model. ‘Systeem’ staat daarbij voor ‘sociaal netwerk’ en ‘multi’ voor de benadering buiten de ‘zorgverlener-patiënt’ relatie om. Het Erasmus MC heeft in Nederland met deze methode bij volwassenen en transculturele zorgverlening veel ervaring opgedaan. Zo wist men bijvoorbeeld in het nieronderzoek via thuisvoorlichting (MST) patiënten meer kennis te geven over hun ziekte, hun zorgen deels weg te nemen en het aantal mensen wat een nier bij leven afstaat vijf keer te verhogen. Dit effect was het hoogst onder niet-westerse-patiënten, waarmee het verschil in het krijgen van de best mogelijke zorg in vergelijking tot westerse patiënten te niet werd gedaan (4). Nu zien we vaak het onvermogen van een betrokkene om bij de zorg aan te sluiten, terwijl het vermogen tot zorgtoeleiding misschien wel schuilgaat in het brede netwerk van ‘zorgverlener en patiënt’. De omgeving van de patiënt kan per slot van rekening een continue en blijvende invloed hebben op de zorgbehoefte in tegenstelling tot de gefaseerde en soms eenmalige zorgcontacten van een instelling. In een combinatie van een praktijkproject en een haalbaarheidsstudie wordt in dit voorstel onderzocht hoe sociale netwerken rond statushouders en zorgverleners een cultuursensitieve manier van werken kunnen versterken. In het praktijkproject gaan we op zoek naar factoren die bijdragen aan oplossingen voor een beperkte toeleiding tot de zorg en een te hoge zorgmijding. Naast bekende sociaal-culturele factoren (vluchtgeschiedenis, problematische leefsituatie, afstand tot de samenleving), voegen wij daar twee invalshoeken aan toe: a) de culturele context van de zorg zelf, die juist de laatste decennia meer open en rationeel is geworden én b) de manier waarop dat de communicatie inkleurt voor een cultuursensitief contact tussen ‘zorgverlener en patiënt’. Via interviews en observaties brengen we concrete aansluitingen (‘fits’) in beeld tussen het netwerk van de patiënt en die van de zorgverlener. De haalbaarheidsstudie moet de bevindingen uit het praktijkproject omzetten tot een uitgeschreven trainingsvorm voor een cultuursensitieve manier van werken op basis van MST. Het protocol daartoe wordt concreet getest in de praktijk en verfijnd via een proces van ‘geleide validering’ ofwel via de vraag: wat werkt wel, wat niet. Voor dit voorstel worden drie doelgroepen benaderd: als eerste de eerstelijns praktijkondersteuners (POH’s) en huisartsen, waarmee we zowel de somatische zorg als de GGZ in beeld hebben. Ten tweede, statushouders met een Somalische, Eritrese, Ethiopische en Soedanese achtergrond als (potentiële) patiënt. Tot slot een expertgroep van jongvolwassen in Nederland opgeleide en werkzame zorgprofessionals met een migratie-achtergrond. Naast kennis van de zorg, onderhouden zij een persoonlijke band met de doelgroep en vormen daarmee een unieke schakel in de zoektocht naar een betere ondersteuning in de zorg. De uitvoering van het project komt tot stand in een samenwerking van de stichting Sahan en de stichting Gezana met het Erasmus MC, de gemeente Rotterdam (team statushouders) en zorgprofessionals uit het veld van de eerstelijnszorg en de basis GGZ, waaronder ketenzorggroep IZER (Rotterdam), als ook professionals met een niet-Nederlandse achtergrond. Het project wordt uitgevoerd in Rotterdam en kent een looptijd van 18 maanden.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
636602007
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. D. de Ruijter
Verantwoordelijke organisatie:
Stichting Sahan