Mobiele menu

Digital interdisciplinary consultation in Dutch primary care

Projectomschrijving

Digitaal interdisciplinair overleg in de Nederlandse eerste lijn

Om de communicatie tussen arts en patiënt en huisartsen en artsen in het ziekenhuis te verbeteren, zijn diverse vormen van teleconsultatie ontwikkeld. Op dit moment is er echter weinig kennis over de voor- en nadelen van deze vormen van overleg.

Doel

In dit onderzoek werken onderzoekers uit verschillende vakgebieden samen om inzicht te krijgen in de
voor- en nadelen van diverse soorten teleconsultatie. Dit inzicht draagt bij aan betere zorg door de huisarts. Doordat het de complexiteit van interdisciplinaire consulten ontrafelt en inzicht biedt in de randvoorwaarden van verschillende teleconsultatie vormen. Ook geeft het mogelijke voor- en nadelen hiervan en ondersteunt het de ontwikkeling van nieuwe vormen van huisartsgeneeskunde en het verlenen van doelmatige zorg.

Werkwijze

We brengen eerst in kaart welke vormen van teleconsultatie er zijn. Vervolgens onderzoeken we de meningen van betrokkenen bij het zorgproces over teleconsultatie en over welke uitkomsten belangrijk zijn bij het meten van het effect. Ook vergelijken we verschillende methoden om het effect te meten. Verder onderzoeken we in de praktijk hoe gesprekken tussen arts en patiënt worden beïnvloed door de gekozen vorm van teleconsultatie door deze gesprekken te analyseren. Daarnaast onderzoeken we welke vorm van teleconsultatie in specifieke situaties wordt gekozen.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Om de communicatie tussen huisartsen en specialisten te verbeteren – en daarmee mogelijk ondoelmatige zorg terug te dringen – zijn diverse vormen van teleconsultatie ontwikkeld, zoals teledermatologie, telenefrologie, het e-meedenkconsult, het patiëntoverleg en het netwerkgeneeskundige platform Prisma. Hoewel nog veel factoren onbekend zijn, wordt volop ingezet op een toename van dergelijke digitale interdisciplinaire consulten. Voordat deze verschillende systemen landelijk worden geïmplementeerd, is er veel meer inzicht in de complexiteit van deze consultaties vereist. Er zijn geen studies over de complexiteit van digitale interdisciplinaire consulten, noch studies die de verschillende soorten interdisciplinair overleg vergelijken. De voor- en nadelen van verschillende systemen moet worden verduidelijkt voor toepassing in de case mix van patiënten die zich in de huisartspraktijk melden. Dit driejarige project, waarin onderzoekers vanuit verschillende disciplines nauw samenwerken met patiëntvertegenwoordigers en een patiëntenpanel, beantwoordt vijf geprioriteerde vragen uit de nationale onderzoeksagenda huisartsgeneeskunde rond dit onderwerp. Elk van de vijf werkpakketten (WP) beantwoordt een studievraag en wordt geleid door een van drie deelnemende afdelingen. In WP 1 inventariseren we de verschillende soorten digitale interdisciplinaire consultatie, beschikbaar in Nederland, middels een rapid review van de literatuur en lekenpers, aangevuld met een inventarisatie onder stakeholders. Om geen nieuwe ontwikkelingen te missen kent deze review een jaarlijkse update. In WP 2 vergaren we de meningen van stakeholders over digitale interdisciplinaire consulten, middels persoonlijke interviews, gevolgd door een Delphi-onderzoek naar mogelijke uitkomstmaten. Dit WP leidt tot een duidelijk overzicht van (geprioriteerde) uitkomstmaten om de impact van digitale interdisciplinaire consulten in de eerste lijn te evalueren. In WP 3 analyseren we verschillende methoden om uitkomsten te meten. Hierbij vergelijken we de difference-in-difference methode met de al geplande effectiviteitsanalyse in een eerder door ZonMw gesubsidieerde RCT naar de impact van het Prisma platform. WP 4 betreft de mogelijke impact van digitale interdisciplinaire consulten op gedeelde besluitvorming in de eerstelijnszorg. Hiervoor evalueren we de ervaringen van huisartsen en patiënten met digitale interdisciplinaire consulten en het effect op gedeelde besluitvorming met kwalitatieve methoden: (i) Analyse van (digitale) interdisciplinaire overleggen; (ii) Analyse van audio-opgenomen huisarts-patiëntconsultaties tussen patiënt en huisarts waarin het resultaat van het digitale interdisciplinaire consult wordt besproken; (iii) semigestructureerde interviews met huisartsen en patiënten. In WP 5 maken we inzichtelijk voor welke specifieke vorm van digitale interdisciplinaire consultatie bij verschillende situaties wordt gekozen. Hiervoor verzamelen wij data uit zo’n 900 van dergelijke consultaties in huisartsenpraktijken met toegang tot verschillende providers (momenteel voorzien: ZorgDomein, KSYOS en Prisma). Bevorderend voor dit onderzoek is het feit dat digitale interdisciplinaire consultaties in Nederland in opkomst zijn. Dit betekent dat de komende jaren automatisch een heus field lab zal ontstaan zonder tussenkomst van de projectgroep, waarbij steeds meer huisartsen krijgen toegang tot verschillende vormen van digitaal interdisciplinair overleg. De projectgroep zal hiervan profiteren door hun expertise te gebruiken om deze ontwikkeling te evalueren en de complexiteit ervan te ontrafelen. De drie hoofdaanvragers hebben allemaal onderzoek gedaan naar digitale interdisciplinaire overleggen, en zijn betrokken bij lopende onderzoeken op dit gebied. Daarnaast wordt de haalbaarheid van het onderzoek vergroot door beschikbare data te gebruiken. Om ervoor te zorgen dat het patiëntenperspectief volledig wordt meegenomen, schreef Zorgbelang Inclusief mee aan dit voorstel. Zorgbelang maakt deel uit van de projectgroep en regelt in het project een panel met patiënten met verschillende achtergronden, dat commentaar zal geven op de opzet en uitvoering van de verschillende WPs, een adviserende rol heeft en ook helpt bij het interpreteren van de resultaten en het communiceren met patiënten. Het communicatieplan voor de verspreiding van de ontwikkelde kennis omvat o.a. activiteiten om patiënten vertrouwd te maken met (de resultaten van) dit project, verspreiding van opgedane kennis op een toegankelijke manier, zoals via infographics, podcasts, en animatie video's, allemaal in nauwe samenwerking met het patiëntenpanel. Het project ontrafelt de complexiteit van digitale interdisciplinaire consulten, biedt inzicht in de randvoorwaarden voor en mogelijke voor- en nadelen van de verschillende teleconsultatie vormen en ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe vormen van huisartsgeneeskunde en het verlenen van doelmatige zorg.

Kenmerken

Projectnummer:
10060022010001
Looptijd: 64%
Looptijd: 64 %
2022
2025
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
dr. H. van der Worp
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Groningen
Afbeelding

Complexe onderzoeksvragen uit de huisartsenpraktijk

In de dagelijkse praktijk hebben huisartsen regelmatig te maken met vragen waarvoor ingewikkeld onderzoek met forse methodologische uitdagingen nodig is. Daarom financieren wij 4 projecten die onderzoek gaan doen om complexe vragen uit de Nationale Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde te beantwoorden. Dit project is daar één van.