Het PARAPLU project: PARamedici als Actieve Partners in Lokale eerstelijns netwerken oUderenzorg.
Projectomschrijving
Veel voorkomende problemen bij ouderen, zoals ondervoeding en vallen, leiden tot versnelde functionele achteruitgang en verhoogde kans op opname in een ziekenhuis of verpleeghuis. Beschikbare expertise van paramedici zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en diëtisten wordt regelmatig niet benut, wanneer thuiswonende ouderen risico’s lopen op vallen en ondervoeding.
Doel
Het doel van dit project is om huisartsen, wijkverpleegkundigen en paramedici structureel te laten samenwerken in lokale netwerken voor kwetsbare ouderen.
Werkwijze
Om dit te bereiken onderzoeken we:
- de huidige betrokkenheid van paramedici in de lokale netwerken in de regio Zuid-Gelderland en waarmee deze samenhangt
- belemmerende en bevorderende factoren voor succesvolle betrokkenheid van paramedici in lokale netwerken ouderenzorg
- hoe gezamenlijk werken aan verbeterprojecten op de thema’s vallen en ondervoeding de interprofessionele samenwerking, kwaliteit van zorg, patiëntuitkomsten en zorgkosten positief beïnvloeden
Samenwerking
Dit project is een samenwerking tussen Radboudumc, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Netwerk100, TVN zorgt en IQ healthcare.
Relevante ZonMw-projecten
Bekijk de andere ZonMw-projecten waarbij Minke Nieuwboer betrokken is
Verslagen
Samenvatting van de aanvraag
Veel voorkomende problemen bij ouderen zoals ondervoeding en valproblematiek leiden tot versnelde functionele achteruitgang en verhoogde kans op opname in een ziekenhuis, eerstelijnsverblijf (ELV) of verpleeghuis. Benodigde paramedische expertise over vallen en ondervoeding lijkt regelmatig niet of te laat benut te worden, omdat paramedici, huisartsen (HA) en wijkverpleegkundigen (WV) ad hoc en niet structureel samenwerken. In eerdere projecten van de aanvragers gericht op verbetering van interprofessionele samenwerking in de eerstelijns ouderenzorg, bleek verbinding tussen HA en WV enerzijds en paramedici anderzijds een knelpunt. In het DementieNet-project zijn netwerken ingericht met HA en WV om kwetsbare ouderen meer afgestemde zorg te leveren. In meer dan de helft van deze netwerken nemen echter geen paramedici deel. In het TrEat-project is interprofessionele samenwerking tussen eerstelijns diëtisten, ergotherapeuten en WV het uitgangspunt om ondervoeding bij kwetsbare ouderen aan te pakken. Afstemming met HA en WV verloopt moeizaam. Onderzoek naar redenen voor het gebrek aan samenwerking ontbreekt. DOELSTELLING & PLAN VAN AANPAK Het doel van dit project is om de integrale zorg aan kwetsbare ouderen te verbeteren door structurele interprofessionele samenwerking tussen HA, WV en paramedici te bevorderen binnen lokale netwerken. We verwachten hiermee bij te dragen aan alle aspecten van quadruple aim: 1) verbeteren van dagelijks functioneren, participatie en welzijn van ouderen en hun naasten; 2) betere afstemming van zorg tussen HA, WV en paramedici; 3) meer werkplezier bij betrokken professionals door beter geïntegreerde zorg en toename van expertise, en uiteindelijk 4) reductie van acute ziekenhuisopnames en vroege institutionalisatie (kostenbesparing). Om structurele interprofessionele samenwerking te bereiken en de meerwaarde hiervan te onderzoeken, zijn drie werkpakketten ingericht: WP 1: HUIDIGE PARAMEDISCHE DEELNAME IN OUDERENZORG NETWERKEN In de DementieNet database onderzoeken we de samenhang tussen paramedische deelname in lokale netwerken voor kwetsbare ouderen en netwerksamenstelling en -samenhang, kwaliteit van zorg, welzijn en crisisopnames in de regio Zuid-Gelderland. Longitudinale jaarlijks verzamelde data (follow-up 2-7 jaar) zijn beschikbaar op netwerkniveau (N=33) en op patie¨ntniveau. Met regressie analyses en non-linear mixed models worden verschillen tussen netwerken met en zonder paramedische deelname onderzocht. WP2: IDENTIFICATIE BEVORDERENDE & BELEMMERENDE FACTOREN SAMENWERKING Hiervoor houden we semi-gestructureerde interviews met: - HA, WV en paramedici uit 6 lokale eerstelijns netwerken met en zonder intensieve interprofessionele samenwerking - ouderen na een val en bij ondervoeding. Selectiecriteria zijn voor zorgverleners leeftijd, geslacht, werkomgeving (oa lage SES wijk), voor ouderen leeftijd, geslacht, SES en migratie achtergrond. Interview transcripten worden thematisch geanalyseerd. De uitkomsten hiervan worden tot een online survey verwerkt en aan een grotere groep (para)medische en zorgprofessionals voorgelegd. WP 3: VERBETEREN EN EVALUEREN MEERWAARDE SAMENWERKING We integreren actieonderzoek met een multiple case study om verbeteringen in de netwerken in gang te zetten en systematisch te onderzoeken. Hiervoor selecteren we 4 DementieNetten en 2 TrEat netwerken met een brede variatie aan relevante kenmerken in de context van integrale ouderenzorg waaronder lage SES wijk. Met elk deelnemend netwerk worden in 1 jaar twee actieonderzoek-verbetercycli doorlopen begeleid door een ervaren actieonderzoeker. Hierin worden werkafspraken voor interprofessionele samenwerking rondom de thema’s vallen en ondervoeding successievelijk gemaakt, uitgevoerd, gee¨valueerd, aangepast en opnieuw uitgevoerd en gee¨valueerd. In de multiple case study onderzoeken we de gevolgen van de veranderingen ingezet in het actieonderzoek voor de mate van interprofessionele samenwerking, kwaliteit van zorg (incl aantal verwijzingen paramedische zorg, tijdinvestering), welzijn, functioneren, participatie en mantelzorgervolhoudtijd met frequente kwantitatieve metingen en kwalitatieve methoden. We registreren institutionalisatie, acute opnames en kosten. SAMENWERKING In dit project staat gelijkwaardigheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid centraal. We gebruiken hiervoor beproefde methoden zoals het netwerkcanvas en het Regenboogmodel voor Integrale zorg. In de projectgroep zijn HA, WV en paramedici evenwichtig in alle rollen vertegenwoordigd. HAALBAARHEID Dit project bouwt voort op eerder interprofessioneel werk op het gebied van eerstelijns samenwerking van de aanvragers (DementieNet, TrEat) waaruit relevante expertise, ervaring met co-creatieve ontwikkel- en onderzoeksprocessen en succesvolle samenwerking blijkt. Meerdere projectgroepleden zijn zowel praktiserend hulpverlener als onderzoeker, wat de balans en wederzijdse bevruchting tussen praktijk en wetenschap binnen dit project stimuleert.