Mobiele menu

Ouder in Detentie

Projectomschrijving

Kinderen van gedetineerde ouders zijn kwetsbaar en leven in moeilijke omstandigheden. Vaak zijn zij onzichtbaar voor de hulpverlening en is onbekend wat hun noden en behoeften zijn. Vroegtijdige signalering is noodzakelijk om ernstige problemen of de intergenerationele overdracht van geweld en criminaliteit te voorkomen.

De lectoraten Transmuraal Herstelgericht Werken en Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties van Avans Hogeschool werken in dit project samen met de Penitentiaire Inrichtingen Dordrecht en Vught, de gemeentes Breda en Den Haag, Exodus Nederland en het Expertisecentrum K I N D, Ouder en Detentie.

Via actieonderzoek wordt een netwerkaanpak ontwikkeld om kwetsbare kinderen en gezinnen waarvan de vader gedetineerd is te bereiken en hun noden en behoeften in kaart te brengen. Daarnaast wordt een handelingskader voor professionals ontwikkeld, om deze kinderen vroegtijdig in hun psychosociale ontwikkeling te kunnen ondersteunen. Het project duurt twee jaar.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Probleemverkenning: Het sociaal kapitaal van kinderen c.q. gezinnen met een vader in detentie staat onder druk. Uit vooronderzoek met o.a. literatuuronderzoek en denksessies met kinderen met een vader in detentie, gedetineerde vaders, achterblijvende moeders en professionals, blijkt dat betrokkenen de detentie vaak geheimhouden. Ze trekken zich terug uit sociale contacten en zijn zorgmijdend. Gevoelens van schaamte en (zelf-)stigmatisering spelen hierin een rol. De detentie maakt dat de kwaliteit van de relatie tussen kinderen en hun gedetineerde vader afneemt, als ook die van de partnerrelatie. Reëel is de vraag in hoeverre deze gezinnen überhaupt over gezond sociaal kapitaal beschikken. Overall is er sprake van verlies van sociaal kapitaal, dan wel ontbreekt een positief steunend netwerk. Het versterken van sociaal kapitaal en overige beschermende factoren is noodzakelijk, want dit werkt als buffer voor de vele problemen waarmee kinderen van gedetineerde vaders op de kortere of langere termijn geconfronteerd kunnen worden. De kans op intergenerationele overdracht van zowel geweld in de afhankelijkheidsrelatie als criminaliteit is groot. Je zou verwachten dat gezien deze risico’s de kinderen van gedetineerden in beeld zijn en dit is ook waar de Raad van Europa in haar aanbeveling uit 2018 voor pleit. Een systematische registratie ontbreekt echter waardoor geschat wordt dat in Nederland op een willekeurige dag 25.000 kinderen een vader in detentie hebben.

Doel: In dit onderzoek wordt onder sociaal kapitaal verstaan het behoud c.q. herstel van de vader-kindrelatie, het behoud van vrienden c.q. familie en toegang tot sociale voorzieningen waaronder hulpverlening. Het onderzoekdoel is tweeledig. Het eerste doel is de ontwikkeling van een aanpak voor identificatie en bereikbaarheid van kwetsbare kinderen c.q. gezinnen waarvan vader gedetineerd zit, zodat hun noden en behoeften in kaart worden gebracht. Het tweede doel is de ontwikkeling van een landelijk handelingskader en netwerkaanpak voor professionals voor het vroegtijdig c.q. preventief versterken van beschermende factoren waaronder het behoud c.q. herstel van sociaal kapitaal, zodat de psychosociale ontwikkeling van de betrokken kinderen bevorderd wordt.

Centrale onderzoeksvraag:

Hoe worden kinderen van gedetineerde vaders en hun gezinnen geïdentificeerd en bereikt, zodat hun ondersteuningsbehoeften onderkend worden en beschermende factoren, waaronder het behoud of herstel van sociaal kapitaal, in onderlinge samenwerking versterkt worden?

Onderzoeksopzet: De onderzoeksvraag wordt beantwoord met behulp van actieonderzoek met een looptijd van twee jaar. Dat betekent dat er in de praktijk een aanpak al onderzoekend wordt ontwikkeld. Het actieonderzoek bestaat uit een ondersteuningsaanbod voor de betrokken kinderen c.q. gezinnen met een vader in detentie en een onderzoek dat dit aanbod al onderzoekend ontwikkeld. Het ondersteuningsaanbod wordt uitgevoerd door Exodus. Exodus is een landelijke organisatie voor de zorg en nazorg aan (ex)-gedetineerden met veel kennis en expertise op dit vlak. Het ondersteuningsaanbod is gericht op het vergroten van sociaal kapitaal c.q. het versterken van beschermende factoren en is theoretisch gefundeerd. Er wordt gewerkt met de erkende methodiek ‘Jouw Kracht’. De kinderen c.q. gezinnen nemen vrijwillig deel en worden op twee momenten in de tijd bevraagd op hun ervaringen met het ondersteuningsaanbod. In totaal nemen er 20 gezinnen (N=20) uit twee deelnemende gemeenten deel. In de selectie wordt gestuurd op diversiteit. Er worden diverse tools ontwikkeld om de kinderen c.q. gezinnen te ondersteunen in het vergroten van hun sociaal kapitaal waaronder de vader-kindrelatie. Er wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van bestaande instrumenten en interventies, maar er worden ook specifieke tools ontwikkeld voor deze doelgroep.

Projectgroep: Er wordt in het actieonderzoek samengewerkt met zowel praktijkprofessionals als de betrokken kinderen, hun gedetineerde vaders en de achterblijvende moeders. Er is hiertoe een samenwerking opgezet door het Expertisecentrum Veiligheid i.s.m. het Expertisecentrum K I N D, Ouder en Detentie met het Samenwerkingsverband Exodus, de Penitentiarie Inrichting Dordrecht, de Penitentiaire Inrichting Vught, de Gemeente Breda (beleid Jeugd + Nazorg) en de Gemeente Den Haag (beleid Jeugd + Nazorg). Het project wordt ondersteund door het landelijke programma Geweld Hoort Nergens Thuis en het Landelijk Verbindingsteam van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. De kracht van dit actieonderzoek ligt in de unieke samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein. Er wordt een sterke verbinding gemaakt tussen wetenschappelijke kennis, praktijkkennis én ervaringskennis welke niet alleen de doelgroep en de professionals ten goede komt, maar ook het onderwijs aan toekomstige beroepskrachten studerend aan Avans Hogeschool en aan andere onderwijsinstellingen.

Kenmerken

Projectnummer:
744130102
Looptijd: 74 %
Looptijd: 74 %
2021
2024
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
dr. B. Claes
Verantwoordelijke organisatie:
Avans Hogeschool