Signaleren en markeren van de palliatief-terminale fase bij verpleeghuisbewoners: implementatie van de SigMa Set voor en met verzorging middels action research
Projectomschrijving
De situatie van verpleeghuisbewoners verandert voortdurend. Het is belangrijk dit snel op te merken en te bespreken. Door dit ‘signaleren en markeren’ kan de zorg worden aangepast aan de veranderende zorgbehoeften. Omdat verzorgenden de meeste tijd met bewoners doorbrengen, hebben zij hierbij een belangrijke rol.
Onderzoek
In het SigMa project is gewerkt aan het verbeteren van het signaleren en markeren. Met ‘action research’ zijn verzorgenden zelf maximaal betrokken bij dit proces. Onderzoekers ondersteunden verzorgenden in 10 verpleeghuizen bij het kiezen en toepassen van ‘instrumenten’ (tools, vragenlijsten, methoden) die hen kunnen helpen. De deelnemende zorgteams kozen daarvoor instrumenten die aansloten bij door hen ervaren knelpunten en probeerden verschillende instrumenten uit. Er is ook informatie ingewonnen bij andere disciplines zoals artsen, verpleegkundigen en geestelijk verzorgers.
Resultaten
Op basis van de ervaringen in de praktijk is de SigMa-methodiek ontwikkeld. Dit is een beschrijving van de gevolgde methode: een stappenplan met video’s waarmee verpleeghuizen zelf op zoek kunnen gaan naar een geschikt instrument. De instrumenten die in de praktijk goed toepasbaar bleken, zijn opgenomen in de bij de methodiek horende SigMa-set.
Impact
Het project stimuleert het gebruik van instrumenten en verstevigt de signalerende rol van verzorgenden. Daarmee draagt het project bij aan de kwaliteit van de palliatieve zorg voor verpleeghuisbewoners.

Het team van Jenny van der Steen ontwikkelde een stappenplan waarmee verzorgenden zelf bepalen welk instrument voor hen bruikbaar is. Sommige instrumenten werden daarmee ook verbeterd. 'De Signaleringslijn is daar een prachtig voorbeeld van. Het voorgelegde instrument inspireerde verzorgenden tot verbeteringen ervan,' aldus Van der Steen.
Producten
Auteur: M. Sjerps
Auteur: Onbekend
Auteur: M. Sjerps
Auteur: Onbekend
Auteur: SigMa projectgroep
Link: https://www.lumc.nl/sub/9600/att/BeeldverslagSymposiumSigMaenNamaste
Auteur: L. Bagchus
Auteur: L. Bagchus
Auteur: Bagchus C, Lemos Dekker N, Pasman HRW, Onwuteaka-Philipsen BD, Achterberg WP, van der Steen JT.
Auteur: L. Bagchus
Auteur: N. Lemos Dekker
Auteur: Lemos Dekker N, van der Steen JT, Achterberg WP, Bagchus L, Pasman HR, Onwuteaka- Philipsen BD.
Auteur: Lemos Dekker N, van der Steen JT, Achterberg WP, Bagchus L, Pasman HR, Onwuteaka- Philipsen BD.
Auteur: Lemos Dekker N, Bagchus C, Pasman R, Onwuteaka-Philipsen B, Achterberg W, van der Steen J
Auteur: L. Bagchus
Auteur: van der Steen JT.
Auteur: Bagchus L, Lemos Dekker N, Pasman HRW, Onwuteaka-Philipsen BD, Achterberg WP, van der Steen JT.
Auteur: Lemos Dekker N, Bagchus L, Pasman R, Philipsen B, Achterberg W, van der Steen J.
Auteur: J. van der Steen et al.
Magazine: Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde (TvO)
Verslagen
Eindverslag
De situatie en behoeften van verpleeghuisbewoners veranderen vaak. Het is belangrijk dat verzorgenden dat tijdig signaleren. Zij zijn het die steeds aanwezig zijn. Anderen, zoals familie en arts, vertrouwen erop dat zij zulke veranderingen doorgeven. Ook kunnen verzorgenden de palliatief-terminale fase vaak zien aankomen. Als zij dat met collega’s of met het team bespreken, kunnen zij die fase samen markeren.
In het SigMa project is gewerkt aan het verbeteren van dit signaleren en markeren. Met action research zijn verzorgenden zelf maximaal betrokken bij dit proces. Onderzoekers ondersteunden verzorgenden van een zorgteam in 10 verpleeghuizen bij het kiezen en toepassen van methoden (‘instrumenten’) die hen kunnen helpen bij het signaleren en markeren. Zoals een observatielijst voor pijn, of het inschatten van veranderingen in de conditie van de bewoner. Het zorgteam probeerde daartoe verschillende methoden uit die aansloten bij door hen ervaren knelpunten. Er is ook informatie ingewonnen bij andere disciplines zoals artsen en geestelijk verzorgers. Uit de informatie over wanneer welke methode het beste werkt in de praktijk, ontwikkelden wij de SigMa-methodiek. Dit omvat een beschrijving van de gevolgde methode: een stappenplan waarmee verpleeghuizen zelf het traject kunnen volgen dat tot keuze van een geschikt instrument leidt. De methode wordt uitgelegd aan de hand van video’s. Daarnaast zijn de instrumenten die goed toepasbaar bleken, opgenomen in de SigMa-methodiek.
Doel: signaleren en markeren verbeteren
De situatie en behoeften van verpleeghuisbewoners veranderen vaak. Het is belangrijk dat verzorgenden dat tijdig signaleren. Zij zijn het die steeds aanwezig zijn. Anderen, zoals familie en arts, vertrouwen erop dat zij zulke veranderingen doorgeven. Ook kunnen verzorgenden de palliatief-terminale fase vaak zien aankomen (‘markeren’).
Proces: ondersteuning bij kiezen en toepassen van methoden voor signalering en markering
In dit action research project ondersteunen onderzoekers de verzorgenden en het zorgteam in 10 verpleeghuizen bij het kiezen en toepassen van methoden (‘instrumenten’) die helpen bij het signaleren en markeren. Zoals een observatielijst voor pijn, of het inschatten of de laatste levensfase is aangebroken. Bewoners en naasten worden betrokken bij het proces van kiezen.
Het zorgteam probeert daartoe verschillende methoden uit. Dit levert informatie op over wanneer welke methode het beste werkt in de praktijk. Hieruit ontwikkelen wij de ‘SigMa’ Set: de methoden die het meest geliefd en toepasbaar zijn en uitleg over gebruik in Nederlandse verpleeghuizen.
Samenvatting van de aanvraag
In het verpleeghuis wordt palliatief-terminale zorg vaak pas laat ingezet omdat niet tijdig wordt herkend en gedeeld dat de situatie en behoeften van bewoners door de tijd heen veranderen. De bewoner en diens naasten krijgen daardoor niet steeds de zorg die aansluit op hun behoeften, en er is minder tijd om voor te bereiden op een naderend levenseinde. De verzorging verkeert in een sleutelpositie ten aanzien van tijdig signaleren van behoeften en markeren van de palliatief-terminale fase omdat zij continu aanwezig zijn. Om dat te bevorderen stellen wij voor dat tijdens een cyclisch proces in 10 verpleeghuizen een reeks “instrumenten” (methodes, tools) wordt uitgeprobeerd en uiteindelijk gekozen. Voorbeelden van dergelijke instrumenten zijn de “IKNL signalerings-set” (“signaleren in de palliatieve fase”) en de “surprise question.” Dit zijn instrumenten die hun werking reeds hebben bewezen (soms in een andere populatie of situatie), en bruikbaar zijn in de langdurige zorg en ook bij mensen met dementie, maar te weinig worden gebruikt. Het doel van dit project is het door systematisch gebruik van instrumenten nauwkeuriger en eerder signaleren en markeren van de palliatief-terminale fase. Tijdens het proces behorend bij “participatory action research” werken verzorging, specialisten ouderengeneeskunde, andere zorgverleners, vrijwilligers, onderzoekers, bewoners en hun naasten als partners samen aan dit doel. De onderzoekers zijn de anderen van dienst als er bijvoorbeeld behoefte is aan een aangepaste versie van een instrument zoals een ingekorte of een digitale vorm, of aan het structureren van de communicatie nadat er eenmaal is gesignaleerd of gemarkeerd. Daartoe worden ook managers en artsen bij het proces betrokken. (Participatory) action research motiveert doordat verzorging en de andere belangrijke deelnemers (participanten) zelf invloed kunnen uitoefenen op veranderingen die de verbeterslag teweeg moeten brengen. Doordat onderzoekers inspelen op behoeften van verzorgenden, kunnen verzorgenden op hun beurt beter, en duurzaam inspelen op behoeften van verpleeghuisbewoners en hun naasten, en hierover communiceren met andere disciplines. Mede gebaseerd op het implementatie-model van Grol en Wensing, starten verzorging, bewoners en hun naasten met een bijeenkomst waarin het probleem en de doelen nader worden gedefinieerd. Daarna worden mogelijke oplossingen besproken. Andere disciplines worden betrokken bij de fase van uitproberen van instrumenten en verslag over inpasbaarheid in het zorgproces. Vervolgens ook bij de keuze van instrumenten op basis van de opgedane ervaring, en het volgen en zonodig aanpassen van de definitieve implementatie in het zorgproces. Wij selecteren verpleeghuizen waar verzorging gemotiveerd is om te reflecteren op wat beter kan wat betreft signaleren en markeren en waar het management dit ondersteunt. Action research integreert implementatie in de praktijk met kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Daarbij maken wij gebruik van open interviews, korte vragenlijsten, dossieronderzoek en andere informatie die ook steeds tussendoor naar de deelnemers wordt teruggekoppeld. Wij brengen bevorderende en belemmerende factoren van implementatie van -naar verwachting verschillende- instrumenten systematisch in kaart. Het proces kan in de verschillende huizen verschillend verlopen en de nauwkeurige beschrijving levert aanknopingspunten voor bestendiging in de deelnemende huizen en implementatie bij andere teams binnen de deelnemende organisaties. Die beschrijving van de verschillende processen waarbij hobbels samen zijn genomen, levert ook waardevolle informatie voor implementatie in andere organisaties. Het project resulteert na 24 maanden in de “SigMa Set” voor implementatie in de 3 regio’s en nationale disseminatie. De SigMa Set wordt: een gebruiksvriendelijke en valide handreiking voor keuze en gebruik van instrumenten voor signaleren en markeren van de palliatief-terminale fase in het verpleeghuis met daarbij de instrumenten die in het project geprefereerd en goed toepasbaar bleken te zijn. Wij geven ook aan wat de randvoorwaarden zijn voor het slagen van de implementatie, zoals bijbehorende scholing. Verspreiding naar andere regio’s vindt plaats door het toegankelijk maken van de SigMa Set via o.a. de beroepsverenigingen V&VN en Verenso. De projectgroep, Klankbordgroep en Onderwijsgroep vertegenwoordigen de partijen die van belang zijn voor de implementatie, zoals naast verzorging, bewoners, naasten, en onderzoekers ook verpleging, artsen, geestelijk verzorgers, de beroepsgroepen, docenten, en deskundigen op het gebied van implementatie, en op het gebied van specifieke instrumenten.