Mobiele menu

Autologe Vettransplantatie (AFT) bij borstreconstructies na borstkanker; de techniek van de toekomst bij borstreconstructies.

Projectomschrijving

Steeds meer vrouwen maken gebruik van de mogelijkheid tot borstreconstructie na een borstverwijderingsoperatie ter behandeling van borstkanker. Op dit moment bestaan er twee soorten borstreconstructie technieken die als effectief en veilig worden beschouwd in Nederland. De meest toegepaste techniek maakt gebruik van prothesen. Deze prothesen worden tijdens een operatie onder de borstspier geplaatst. Andere technieken om een borst te maken gebruiken lichaamseigen weefsel. Meestal wordt de nieuwe borst van huid en vetweefsel vanuit de buik gemaakt (DIEP flap). Beide technieken hebben echter ook diverse nadelen, en zijn niet voor iedereen geschikt.
Autologe vettransplantatie, ofwel lipofilling, is een techniek die al jaren wordt gebruikt voor correctie van afwijkingen van de borst. In dit onderzoek wordt onderzocht of lipofilling in combinatie met externe expansie als een nieuwe borstreconstructietechniek na een borstamputatie veilig en met goede resultaten toegepast kan worden.

Meer informatie

Bekijk informatie over dit project op de website van Zorginstituut Nederland en op de website van The BREAST trial

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

In Nederland zijn ieder jaar 14.000 nieuwe borstkanker patiënten. Hiervan ondergaat 15-20% een borstreconstructie. De kwaliteit van leven wordt tijdens, maar ook na het ziekteproces sterk beïnvloed door borstkanker. Er zijn na borstkanker vaak problemen met eigen lichaamsbeleving, seksuele problemen en depressieve of angstklachten. De negatieve eigen lichaamsbeleving is een van de belangrijkste redenen om te kiezen voor een borstreconstructie. Het doel van een borstreconstructie is het verbeteren van eigen lichaamsbeleving waardoor de kwaliteit van leven ook toeneemt. Dit gebeurt middels het reconstrueren van een geamputeerde borst of het corrigeren van contour of volumedefecten. Autologe vettransplantatie (AFT), ook wel lipofilling of lipomodelling genoemd, is een chirurgische techniek waarbij lichaamseigen vetcellen worden gebruikt voor reconstructieve en esthetische doeleinden, zoals borstreconstructies na borstkanker. Bij borstreconstructies zijn er twee indicaties voor het gebruik van AFT, namelijk bij een volledige borstreconstructie in combinatie met het BRAVA systeem (BRAVA-AFT borstreconstructie) en bij correcties van contour en volume defecten na eerdere borstsparende therapie of borstreconstructie. Voordelen van BRAVA-AFT ten opzichte van andere borstreconstructie technieken zijn de lage invasiviteit van de operatie, afwezigheid van lichaamsvreemd materiaal, laag complicatie risico, natuurlijk eindresultaat, sensibiliteit van de borst en lagere kosten. Hierdoor lijkt deze techniek belangrijke voordelen te bieden ten opzichte van andere technieken. Er is echter nog onvoldoende onderzoek gedaan om deze behandeling als standaard zorg te kunnen gebruiken in de praktijk. Bij correcties van contour en volume deformiteiten, is er eigenlijk geen vergelijkbare ingreep. Dit betekent dat patiënten met contour en volume deformiteiten na borstkanker met AFT sterk geholpen kunnen worden omdat er voorheen geen gelijkwaardige alternatieven bestonden. Er is onderzoek gedaan naar AFT bij correcties, maar dit onderzoek is van lage methodologische kwaliteit waardoor deze behandeling op dit moment nog niet als standaard zorg in Nederland wordt gebruikt. In de praktijk wordt AFT bij correcties al in toenemende mate toegepast. Voornamelijk in Amerika, Duitsland en Frankrijk wordt deze ingreep veelvuldig uitgevoerd bij correcties na borstkanker chirurgie. Omdat de uitgevoerde onderzoeken van suboptimale methodologische kwaliteit zijn, gebeurt dit vooral op basis van empirie. Ook in Nederland groeit interesse en vraag naar AFT en wordt er op kleinere schaal, maar wel toenemend, gebruik van gemaakt. Dit terwijl er nog onvoldoende bewijskracht ligt. De combinatie van een techniek die in de praktijk al wordt toegepast, mede gestimuleerd door internationale ontwikkelingen, en het gebrek aan prospectieve en gerandomiseerde onderzoeken, maakt dit onderwerp in onze ogen passend voor het programma ‘voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2015’. Het doel van dit onderzoeksvoorstel is om AFT in bredere zin te bewijzen als betrouwbare en effectieve techniek bij borstreconstructies na borstkanker. Door de verschillende indicaties zullen er daarom 2 klinische onderzoeken gaan plaats vinden; naar BRAVA-AFT borstreconstructie en naar AFT bij correcties. Hierbij wordt primair het ‘doel’ van borstreconstructies en niet het ‘middel’ onderzocht. Hiernaast zal er ook een Discrete Choice Experiment (DCE) opgezet worden. Omdat borstreconstructie en de techniek beide een keuze van de patiënt zijn, is het potentiële marktaandeel niet voorspelbaar. Met een DCE kan het potentiële marktaandeel onderzocht worden. Het eerste deelproject, het DCE zal BRAVA-AFT vergelijken met DIEP-lap en weefselexpander/prothese borstreconstructies. Hierbij worden verschillende karakteristieken en karakteristieken niveaus meegenomen. Uiteindelijk zal het marktaandeel van BRAVA-AFT binnen de borstreconstructies bepaald worden op basis van de impact van de karakteristieken en het niveau van de karakteristieken. Het tweede deelproject, het onderzoek naar BRAVA-AFT zal als ‘multicenter randomized controlled trial’ opgezet worden in academische ziekenhuizen. Hierin zal de BRAVA-AFT borstreconstructie vergeleken worden met de reconstructie met weefsel expander/prothese. De primaire uitkomstmaat is Quality of Life met de BREAST-Q questionnaire (een voor borstreconstructies ontwikkelde questionnaire). Hiernaast wordt ook gekeken naar de kosten-effectiviteit, volume, huid kwaliteit, operatietijd, locoregionale recidieven, complicaties en klinische evaluatie van foto’s. Het derde deelproject, het onderzoek naar AFT bij correcties zal als ‘multicenter prospective cohort onderzoek’ worden opgezet. De primaire uitkomstmaat is eveneens de Quality of Life met de BREAST-Q questionnaire. Daarnaast wordt ook gekeken naar de kosteneffectiviteit, volume, operatietijd, locoregionale recidieven, complicaties en klinische evaluatie van foto’s.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
837004012
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
drs. J. Wederfoort
Verantwoordelijke organisatie:
Maastricht Universitair Medisch Centrum Plus