Implementatie van de POT-(K)CAST resultaten: naar minimaliseren van antistollingsgebruik rond onderbeengips en knie artroscopie
Samenvatting na afronding
In de eerder uitgevoerde POT-(K)CAST studie is onderzocht of antistollingsbehandeling rond een kijkoperatie van de knie en tijdens onderbeengips het optreden van stolselvorming in de aderen (veneuze trombose) voorkomt. De conclusie was dat antistollingsbehandeling niet routinematig moet worden voorgeschreven.
Dit beleid zal leiden tot een sterk verminderde belasting van de patiënt (de behandeling is pijnlijk omdat dit met injecties wordt gegeven, en gaat gepaard met een bloedingsrisico) en een aanzienlijke kostenbesparing.
Resultaten implementatie
Met dit VIMP-project zijn de onderzoeksresultaten vanuit de POT-(K)Cast studie verspreid en geïmplementeerd. Dit was van groot belang gezien het grote aantal patiënten waar dit betrekking op heeft. Het doel van dit project, aanpassing van de richtlijnen met betrekking tot antistollingsbeleid, zodat uiteindelijk het voorschrijven van antistolling voor deze indicaties wordt geminimaliseerd, is gerealiseerd. De Nederlandse richtlijn met betrekking tot antistollingsbehandeling is inmiddels aangepast en bekendheid hierover vergroot.
Samenvatting bij start
De POT-(K)CAST studie heeft laten zien dat antistollingsbehandeling rond een kijkoperatie van de knie en tijdens onderbeengips niet routinematig moet worden voorgeschreven. Het doel is om dit onderzoeksresultaat maximaal te verspreiden en ingang te laten vinden in de praktijk.
De primaire doelgroep bestaat uit de richtlijnontwikkelaars, de besturen van de beroepsverenigingen, voorzitters van antistollingscommissies in ziekenhuizen en de behandelaren. De strategie zal bestaan uit: 1) update van de nationale richtlijnen 2) eenduidig advies m.b.t. antistollingsbeleid in ziekenhuizen 3) behandelaren informeren over het hernieuwde antistollingsadvies 4) informeren van de overige (secundaire) doelgroepen.
Uit een door de groep gepubliceerde enquêtestudie is gebleken dat in 2013 35% van de behandelaren altijd antistolling voorschreef na een knie artroscopie en 75% altijd bij onderbeengips. Na afronding van deze strategie zal onderzocht worden of het gestelde doel bereikt is door middel van het herhalen van de enquêtestudie bij de behandelaren.
Meer informatie
Dit project is een vervolg op de projecten:
- Treatment with low molecular weight heparin after knee arthroscopy and lower leg immobilisation (171102001)
- Personalized prophylaxis of venous thrombosis based on genetic and other risk factors in a population at risk (171102024)
Bekijk de bijbehorende richtlijn in de FMS Richtlijnendatabase
In de media
‘Antistolling bij onderbeengips hoeft niet altijd’: Suzanne Cannegieter onderzoekt het risico op trombose (Mediator 21, jan 2017)
Auteur: Nemeth et al
Magazine: Thrombosis and Haemostasis
Auteur: Nemeth B et al
Magazine: EClinicalMedicine
Auteur: FMS
Auteur: Nemeth B; Cannegieter SC
Het doel van dit implementatieproject was om het onderzoeksresultaat van de POT-(K)CAST studie maximaal te verspreiden en ingang te doen vinden in de praktijk. In dit onderzoek hebben we onderzocht of antistollingsbehandeling rond een kijkoperatie van de knie en tijdens onderbeengips het optreden van veneuze trombose voorkomt. De conclusie was dat in beide situaties het aantal tromboses gelijk was en dat antistollingsbehandeling daarom niet routinematig moet worden voorgeschreven en dat dit dient te worden beperkt tot hoog-risico patiënten. De meerwaarde van het implementeren van deze studieresultaten is een sterk verminderde belasting van de patiënt (antistollingsbehandeling is pijnlijk omdat dit met injecties wordt gegeven, en gaat gepaard met een bloedingsrisico) en een aanzienlijke kostenbesparing. Implementatie is mede urgent vanwege de hoge frequentie van antistollingsbehandeling bij deze patiëntengroepen en het grote aantal patiënten. In dit project wilden wij bereiken dat de richtlijnen en de ziekenhuisprotocollen met betrekking tot antistollingsbeleid werden aangepast, zodat uiteindelijk het voorschrijven van antistolling zou worden geminimaliseerd voor deze indicaties. Hiermee wordt bedoeld dat artsen niet routinematig antistollingsbehandeling voorschrijven aan alle patiënten met onderbeengips of een knie kijkoperatie. Sommige patiënten hebben een hoog intrinsiek risico op trombose. Voor hen kan antistolling overwogen worden. Als ondersteuning in het identificeren van deze patiënten zijn twee modellen beschikbaar die door ons ontwikkeld zijn.