Palliatief Landelijk Onderzoek Eerstelijns Geestelijke verzorging (PLOEG) – deelproject 3: “Integratie GV eerste lijn vanuit drie multidisciplinaire praktijken”
Projectomschrijving
Er is steeds meer aandacht voor zingeving in de eerstelijns palliatieve zorg. Maar hoe ontdekken zorgverleners de behoeften aan zingeving bij patiënten en naasten? Wanneer en hoe verwijs je door naar een andere zorgverlener? En hoe zorg je ervoor dat de aandacht voor zingeving goed aansluit bij hoe de zorg op een bepaalde plek georganiseerd is, en dat het goed ingebed is in de zorg die iedere dag gegeven wordt?
Doel
Door dit onderzoek kunnen zorgverleners in de eerste lijn de aandacht voor zingeving vormgeven. Ze kunnen uit de producten die we ontwikkelen kiezen wat bij hun situatie past. Daardoor kunnen ze beter aansluiten bij de wensen van patiënten en naasten in de palliatieve zorg.
Aanpak/werkwijze
In dit onderzoek werkten we intensief samen met 3 verschillende vormen van eerstelijns palliatieve zorg in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Samen met de belangrijkste spelers ontwikkelden we scholingen en tools, afgestemd op wat er al ontwikkeld werd op de locaties. Door regelmatig de ontwikkelingen op de locaties te vergelijken konden we verbeteringen aanbrengen. De tools presenteerden we in trainingen en verbeterden we vanuit het praktisch gebruik.
Resultaten
In dit project ontwikkelden we de volgende hulpmiddelen:
- een lesmodule Signalerings-en verwijzingstool 'Zorg voor zingeving' bestaande uit een PowerPoint en een docenthandleiding voor hbo verpleegkundige niveau 6, physician assistant (7), verpleegkundig specialist (7)
- een signalerings- en verwijzingstool ‘Zorg voor zingeving’ en 3 bijbehorende tools, een informatiefolder en aanwijzingen hoe te gebruiken voor zorgverleners in de eerstelijnszorg
- een handreiking Implementatie tools zorg voor ‘Zingeving in de thuissituatie’ voor beleidsmakers en leidinggevenden in zorgorganisaties, met tips en stappen hoe te implementeren
Hierin stemden we af met 2 andere landelijke onderzoeksprojecten. De hulpmiddelen zijn te vinden op de website van Palliaweb. Ook publiceerden we een aantal wetenschappelijke artikelen met leerpunten uit dit onderzoek.
Inmiddels heeft het project al allerlei hulpmiddelen opgeleverd om de geestelijke verzorging en zorg rondom zingeving thuis te verbeteren. In dit interview vertellen de onderzoekers van alle PLOEG-projecten, als ook een huisarts, een geestelijk verzorger en een patiënt, over de meerwaarde hiervan.

ZonMw en zingeving in de palliatieve zorg
Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Met het programma zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Het tijdig herkennen en bespreekbaar maken van wensen en behoeften rondom het levenseinde, als ook zingevings- of levensvragen, helpt om passende zorg aan hen te verlenen.
Verslagen
Samenvatting van de aanvraag
Dit project is deelproject 3 van het Palliatief Landelijk Onderzoek Eerstelijns Geestelijke verzorging (PLOEG). Het vertrekt vanuit interprofessioneel perspectief, en wil van daaruit een brug bouwen naar de andere drie deelprojecten van PLOEG. In het tweede en derde jaar neemt de integratie met de andere projecten toe, resulterend in een serie gemeenschappelijke producten. Omdat de vormgeving, implementatie en borging van spirituele zorg afhankelijk is van de mogelijkheden in de lokale context van eerstelijnszorg, worden in dit project drie locaties in Rotterdam, Utrecht en Amsterdam langdurig en nauwkeurig bestudeerd. Door maximaal recht te doen aan de wijze waarop in deze locaties gewerkt wordt, wordt aangesloten bij de lokale initiatieven, kansen en mogelijkheden. Daarbij wordt spirituele zorg gezien als een gedeelde opgave voor alle formele en informele zorgverleners, waarbij de geestelijk verzorger een bijzondere positie inneemt als expert. Het volgen van de drie praktijken gebeurt met de geestelijk verzorger als co-researcher, waardoor na afloop van het project een implementatie en borging van de expertise verzekerd is. Dit project heeft een aantal concrete doelstellingen: 1. Grondige analyse en beschrijving van de werkwijze van de drie locaties resulterend in een implementatietoolbox die ook gebruikt kan worden op andere locaties voor implementatie van spirituele zorg in de eerste lijn op basis van het kwaliteitskader en de nieuwe richtlijn spirituele zorg. 2. Realiseren van een verwijzingstool voor de in het ABC-model genoemde zorgverleners in de eerste lijn waarmee gesignaleerd kan worden wanneer het passend is om zelf in gesprek te gaan of door te verwijzen naar bijvoorbeeld een religieuze institutie (kerk, moskee etc.), een psycholoog, een geestelijk verzorger, of een vrijwilliger. 3. Implementeren van de verwijzingstool door de in het ABC-model genoemde zorgprofessionals en zorgvrijwilligers in palliatieve zorgpraktijken in de eerste lijn waarmee zij de geestelijk verzorger ten behoeve van palliatieve patiënten kunnen consulteren en/of inschakelen. 4. Beschrijven van de invloed van de beschreven praktijken van spirituele zorg en toepassing van de verwijzingstool op de kwaliteit van leven van palliatieve patiënten en/of hun naasten, het functioneren van geestelijk verzorgers in de eerste lijn en het functioneren van zorgprofessionals en zorgvrijwilligers in de spirituele zorg. 5. Verbetering van de integratie van eerstelijns geestelijke verzorging, bijvoorbeeld in multidisciplinair team en/of sociaal wijkteam. 6. Kwantitatief en kwalitatief onderzoeken van het effect van geestelijke verzorging op de kwaliteit van leven van palliatieve patiënten en/of hun naasten. Dit project heeft naar verwachting een grote impact op de praktijk van spirituele zorg in de eerste lijn op de volgende punten: 1. De praktijk van de eerstelijns palliatieve zorg in de drie steden wordt veranderd omdat gedurende drie jaar intensief geïnvesteerd wordt in de integratie van spirituele zorg in de eerste lijn, op een wijze die past bij de vragen en noden van de lokale context. 2. Door van meet af aan patiënten, formele en informele zorgverleners bij het ontwikkeltraject te betrekken, ontstaat met het verwerven van kennis en ervaring gelijktijdig een lokale expertise onder de lokale zorgverleners die geïmplementeerd en geborgd is bij afronding van het project. 3. Door het project op te zetten vanuit lokale mogelijkheden, ontstaat een empirisch gefundeerd inzicht in wat nodig is om vergelijkbare trajecten van ontwikkeling, implementatie en borging in andere contexten te herhalen. Ook hiermee wordt een begin gemaakt in de laatste fase van het project, mede gebruik makend van de uitkomsten van de andere drie deelprojecten. Naast de opbrengst in de zorg wordt in dit project een begin gemaakt met de integratie van eerstelijns geestelijke verzorging in de initiële scholing van geestelijk verzorgers, verpleegkundigen en social workers. Ook wordt via een landelijke strategiegroep gewerkt aan een structurele inbedding en financiering van geestelijke verzorging in de eerstelijn.